Dé lokale partij voor Castricum, Bakkum, Limmen, Akersloot en De Woude

Nu we vriendschap hadden gesloten, nadat we met elkaar op de Franse camping aan lange tafels geanimeerde gesprekken hadden gevoerd, mijn geliefde in het Engels, ik in steenkool Frans, vonden we het tijd voor een uitnodiging.

Of ze een keer naar Nederland wilde komen. Nou, maar wat graag. En zo liepen we laatst gevieren door Amsterdam, elkaar en onszelf verbazend over de geheimen van de stad, genietend van de uitzichten vanaf de 11e etage van de Double Tree by Hilton, met aan het eind van de dag het beloofde bezoek aan de Blue Bird, de cannabisshop die ons was aanbevolen door het Marihuana Museum. Van de museummedewerker hadden we ook voor De Dampkring (what’s in a name) mogen kiezen, als we maar níet naar de Bulldog gingen; ‘veel te commercieel’.

Vanachter m’n espresso happend in een tosti – voor de vele wietsoorten die voorbij kwamen had ik vriendelijk bedankt – kleurde het café inderdaad blauw. Rondom ons waren bezoekers relaxed op barkrukjes neergezegen; geen van allen maakten aanstalten dat zij ieder moment wilden vertrekken. ‘You can sit here whole day, if you like’, beaamde de bediening.

De volgende dag kwamen we terecht op Texel. Bij temperaturen die 10 graden lager liggen dan Parijs waren onze Franse gasten niet weg te slaan van de brede stranden, en heb ik omstandig moeten uitleggen dat wij Hollanders overal proberen stukken zee in te dammen, dat dat niet altijd lukt, zoals hier bij De Slufter, en dat we daar dan een mooi stuk natuur aan overhouden. Onder Europese bescherming. ‘Ah oui’… Met het adembenemende uitzicht op de kerf in de duinen, waar de zee vrij het land in stroomt, kon je de stilte horen.

Op de weg terug naar Limmen, een dorp bij Castricum sur Mer, weten onze vrienden nu ook, kwam de onvermijdelijke evaluatie. Hoe ze Holland (denk om de uitspraak, zonder ‘e’ , het aanhalen van de naam van de Franse president ligt gevoelig in Parijs) hebben ervaren.

‘We zien nergens reclameborden. Geen sirenes in de stad. Gewapende militairen, niet gezien. Jullie praten met elkaar op straat. Jullie lachen naar elkaar en groeten. Waar zijn jullie bedelaars? Buitenlanders? Hebben jullie die wel? Donkere mensen, moslims, geamputeerden, zwervers die op straat wonen zoals bij Gare du Nord?

Voor ons was een oploopje op straat. Mensen bewogen druk door elkaar en ergens in het midden van de menigte stak een rood met witte verschijning boven de mensenmassa uit. Toen we de groep dicht genoeg genaderd waren maakten enkelen zich los. Het duurde niet lang of het regende pepernoten door onze opengedraaide ramen. Een bende Zwarte Pieten had ons omsingeld. Pas na een uit volle borst gezongen ‘Sinterklaasje kom maar binnen met je knecht’ konden we onze reis vervolgen. Ik heb maar niet uitgelegd dat wat ze gezien hebben niet bestaat, en misschien ook nooit meer terugkomt.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *