Dé lokale partij voor Castricum, Bakkum, Limmen, Akersloot en De Woude

De dienstencentra waar ik kom, de eerste parkeerplek direct naast de personeelsingang is altijd voor de burgemeester, de commissaris, de directeur, de bestuursvoorzitter. In de garage onder het Gemeentehuis in Castricum is het niet anders. Het naamplaatje op de muur van het parkeervak meteen rechts naast de deur laat er geen misverstand over bestaan. Hier parkeert de burgemeester.
Castricum neemt zich voor om over een tijdje tot de tien beste dienstverlenende gemeenten van het land te horen. Ik heb zo mijn twijfels, maar politiek zijn de handen ervoor op elkaar gegaan. Als de klant Koning is, wel, mij zul je mij er verder niet over horen.
Mijn burgemeester is een vitale man. Fris, jeugdig, leuke vent en als ik hem met zijn sportcabrio naar die eerste plek naast de deur zie manoeuvreren vind ik hem eerder schalks dan toe aan een invalidenkaart. Maar goed. Het is wat het is. Altijd zo geweest. Zo gegroeid. Bij de bouw van het gemeentehuis moet het al op tekening hebben gestaan.
De parkeergarage is intussen ook ontdekt door pubers. Met skateboards. Bij gebrek aan skateparken in het dorp nemen ze tot diep in de avond met hun planken vanaf de ingang van de garage de steile vlucht naar beneden. De helling is nog best flink. Ik heb er vorige winters menig raadslid op weg naar de fietsenstalling onder in de garage al een uitglijer zien maken.
De freestylers op hun plankjes hebben geen centje pijn. De avonden waarop ik ze tref, als ik zelf in de raadszaal recht boven de garage moet zijn, zie ik ze zelfbewust en vol overtuiging hun strepen trekken, links en rechts de koplampen passerend van haaks geparkeerde auto’s van bezoekers en gemeentepersoneel.
Ik vind het elke keer een mooi gezicht, zoals ze daar rakelings langs het karretje van de burgemeester gaan. De plekken ernaast zijn gereserveerd voor vier wethouders. De gemeentesecretaris heeft, weer daarnaast, ook z’n eigen plek. Dan komt de griffier. En dan komen de publieke plaatsen.
Helemaal aan het eind van de box komen de jeugdige surfers tot stilstand, bij de hybride auto’s. Daar kan ook de burgemeestersauto staan. Als ie daarmee, een andere, is gekomen, staat ie aan de stekker.
Voorbereid op deze lange avond waarin we het huishoudboekje van de gemeente gingen bespreken, bekeek ik door de glazen ruit de raadszaal waar ik werd verwacht. Op sommige van de stoelen die in vaste carrévorm in de ruimte staan hadden de eerste collega-raadsleden al plaatsgenomen. Daar stond mijn zetel, links vooraan bij de tribune. Ik zag de meer dan 100 zitplaatsen achterin de zaal, klaar om hun bezoek te ontvangen.
Op de tafels ervoor lagen netjes hoog opgestapeld de dossiers, honderden volgetypte vellen politiek papier, samengeniet en gesorteerd. Ze verraadden een grote opkomst. Het was vijf uur ’s middags.
Toen de burgemeester om even over elf de vergadering sloot, keek ik achter me. Het was een vermoeiende, soms ook emotionele avond geweest. Ik zag de tafels. De stapels papier waren er nog. Onaangeraakt. De tribune was leeg. In de zes verstreken uren was geen bezoeker geweest. Niet één.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *