Steeds duidelijker worden de contouren zichtbaar van het stemgedrag van de inwoners van Castricum bij de verkiezingen voor de Gemeenteraad in Castricum.
Hoe het nieuws vandaag ook had kunnen luiden: Op het eiland De Woude heeft De VrijeLijst bijna de absolute meerderheid behaald. De partij is er de grootste geworden. Met een opkomstpercentage van 94%, wat betekent dat 83 bewoners op het eiland hun stem uitbrachten, kwamen 40 stemmen terecht bij De VrijeLijst. De prestatie om de raad van Castricum af te dwingen dat het eiland een eiland blijft, met een pontveer in plaats van een brug, zal aan het resultaat hebben bijgedragen.
In de kern Castricum (tien stembureau’s) werd De VrijeLijst groter dan GDB (2 zetels). In Limmen groter dan GroenLinks (2 zetels). En in Akersloot eindigde De VrijeLijst met 235 stemmen als 4e partij, na VVD, CK&G en CDA.
Op het aantal kiezers dat bij het mobiele stembureau zijn en haar stem uitbracht, eindigde De VrijeLijst als tweede partij, na de VVD. Op het NS station hield de partij het CDA en GDB achter zich.
Tot zover het persbericht. Meest intrigerend is het verschil tussen de kleinste en de grootste partij in de gemeenteraad: 1600 stemmen. Zowel tussen De VrijeLijst en de VVD, als tussen De VrijeLijst en CK&G. Slechts 1600 stemmen verschil, op een bevolking van meer dan 33.000 inwoners. Ze maken dat twee politieke partijen de komende vier jaar beide met vier leden in de gemeenteraad uitkomen, tegen De VrijeLijst met één.
Ik stel me zo voor dat De VrijeLijst elke van alle 1100 stemmen puur en louter op de inhoud van de lokale agenda heeft verdiend. Puur, en zonder poespas, zonder de lawaaiige en lelijke inzet van lobbyistengroepen, zonder geld, of dure mediacampagnes en gekleurde beeldvorming op internet. Voor wie dat bedenkt kan eigenlijk alleen nog maar nog trotser zijn op de overwegingen van 1100 kiezers die hun stem dit jaar op De VrijeLijst uitbrachten. Geen geld, geen beloftes die tot 2018 toch niet waargemaakt zullen worden (en waarvan zoals dat gaat in de politiek altijd ‘de ander’ de schuld krijgt).
Eén raadszetel. Van Goud, wat mij betreft.
Ron de Haan